e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
taats as-as:   tāts (Peij), braamsluiper:   taatsj (Gronsveld, ... ), kleine zangvogel  taatsj (Gronsveld), naam voor de braamsluiper of grasmus  taatsch (Valkenburg), fluiter:   taats (Tegelen), gemene vrouw:   taatsj (Gronsveld), gezicht (spotnamen):   taatsj (Heerlerheide), grasmus:   taatch (Maaseik), taatsch (Amby, ... ), taatsj (Bleijerheide, ... ), teets (Blerick), cf. etym aant. bij Strous, sub 21, koperwiek: tets of taats cf. Eng., tit "mees"grondbet. "spitssnavelig"; Limb. titsen "met een fijn twijgje slaan".  taatsj (Roermond), grasmus  tâts (Montzen), graspieper:   táats (Tegelen), anthus pratensis  taats (Castenray, ... ), groenling:   taatsch (Lanaken), heggenmus:   taatsj (Maastricht), kletswijf: Van Dale: taats, 4. (Barg., volkst., in deze bet. ook taas) hoofd.  taatsj (Herten (bij Roermond), ... ), vgl. Herten-bij-Roermond Wb. (pag. 246): taatsj, praatzieke vrouw.  taatsj (Kapel-in-t-Zand), kliefbijl:   tǭs (As), koolmees, mees:   tātš (Eupen), kwaadspreekster:   taatsj (Geleen), taâtsj (Heel), tāātjs (Roermond), nachtegaal: basterdnachtegaal  taatsj (Heerlen), oude vrouw:   taatsj (Sittard), restant vogels: HB/HS: Lmb: "babbelaar  taatsj (Valkenburg), taats van de kleine spil:   taats (Oirlo, ... ), tāts (Heijen, ... ), taats van het staakijzer:   tā.ts (Maastricht), tāts (Bree, ... ), tas:   tāts (Helden, ... ), tātš (Swalmen), tjiftjaf:   taatsj (Kerkrade, ... ), tuinfluiter:   taats (Tegelen), taatsj (Itteren), vrouw, vrouwspersoon: cf.Weijnen Etym.dialectwb. s.v. "taat"(taart, boterham) en s.v. "ta, tate, taat, tatte"(vader, grootvader cf. Endepols  taatsj (Meeswijk) II-11, II-12, II-2, II-3, III-1-1, III-1-4, III-2-2, III-3-1, III-4-1