31703 |
kliefbijl |
kijl:
kēl (L421p Dilsen),
kīl (Q111p Klimmen, ...
L385p Sint Odilienberg
[(van hout of ijzer)]
,
Q015p Stein),
klam:
klam (L372p Maaseik),
kliefbeitel:
klif˱bētǝl (Q071p Diepenbeek),
klēf˱bęjtǝl (L421p Dilsen, ...
L424p Meeswijk),
klēf˱bɛjtǝl (L417p As),
kliefbijl:
kliefbijl (K314p Kwaadmechelen),
klīǝf˱bęjl (K317p Leopoldsburg),
kliefijzer:
klēf˱īzǝr (Q101p Valkenburg),
klē̜f˱īzǝr (Q111p Klimmen
[(om grote blokken te klieven)]
),
kloofbeitel:
klȳf˱bęjtǝl (L266p Sevenum),
klȳǝf˱bęjtǝl (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
klø̜jf˱bęjtǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
klōf˱bejtǝl (L417p As),
kloofijzer:
klø̄f˱īzǝr (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
klover:
klø̜jvǝr (L271p Venlo),
rijtbeitel:
rī.t˱bęjtǝl (L424p Meeswijk),
rīt˱bęjtǝl (Q015p Stein),
spie/spij:
spej (L417p As
[(van hout of ijzer)]
),
spie/spij (K317p Leopoldsburg),
taats:
tǭs (L417p As),
verdeelmes:
vǝrdęjlmɛts (L328p Heel, ...
L271p Venlo),
vǝrdīǝlmɛs (K317p Leopoldsburg)
|
In het algemeen een werktuig waarmee hout wordt gekliefd. De kliefbijl kan verschillende uitvoeringen hebben. Soms heeft ze de vorm van een soort mes met handvat en ze is dan ongeveer 30 cm lang. In andere gevallen bestaat ze uit een lang blad met haaks daarop een houten steel. Zie ook afb. 3. Bij beide uitvoeringen hoort een grote houten hamer waarmee tijdens het klieven op de bijl wordt geslagen. De kliefbijl wordt door de wagenmaker gebruikt om spaken uit boomstammen te klieven. Zie verder ook het lemma ɛkliefmesɛ in de paragraaf over de vaktaal van de kuiper.' [N 50, 15b; N 53, 84a; N 75, 133a-b; N 75, 133e; L 32, 46; monogr.]
II-12
|