e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tas aanviltje: ǭnviltjǝ (Diepenbeek), amboss-je: āmbø̜skǝ (Heerlen), bolkoptas: bǫlkǫptas (Roermond), bolle tas: bol tas (Bleijerheide), bǭl tas (Herten), boltas: bǫltas (Horst, ... ), drie-/drijecke: dręjɛk (Simpelveld  [(tas waarvan de baan een v-vormige inkeping heeft)]  ), driekantzet: drikant˲zęt (Klimmen), hoektas: hōktas (Neeritter), klein aanvilt: klęjn ānvelt (Bevingen), lepeltas: lēpǝltas (Neeritter), moule: mulǝ (Houthalen), platronde tas: platrondǝ tas (Venray), platte chasse: platǝ šas (Bevingen), platte ronde tas: platǝ ronjǝ tas (Roermond), platte tas: platǝ tas (Herten, ... ), platvierkante tas: plat˲vīrkantǝ tas (Venray), ronde chasse: rǫndǝ šas (Bevingen), ronde platte tas: rōnjǝ platǝ tas (Horst, ... ), ronde tas: roŋǝ tas (Bleijerheide), ronde vlaktas: ron vlaktɛš (Schimmert), rondzet: ront˲zęt (Klimmen), taats: tāts (Helden, ... ), tātš (Swalmen), tapse platte tas: tapsǝ platǝ tas (Roermond), taque: tak (Jeuk), tas: tas (Bleijerheide, ... ), tas met ronde kanten: tas męt ronjǝ kantǝ (Reuver), vierkante platte tas: vērkanjtjǝ platǝ tas (Roermond), vierkantige chasse: vīrkantegǝ šas (Bevingen), vlakke tas: vlakǝ tas (Reuver), vormpin: vęrǝmpen (Bilzen) Een klein aambeeldje dat met zijn pinvormig uitlopende onderzijde in het aambeeldgat of tasgat wordt geplaatst of tussen de bekken van een bankschroef wordt geklemd. Zie ook de lemmata "aambeeldgat", "tasgat" en "bankschroef". De tas wordt door de smid onder meer gebruikt ter ondersteuning bij klinkwerkzaamheden en bij het vlakmaken van platen. De koperslager gebruikt het werktuig ook bij het drijven. Daarbij wordt plaatmateriaal met behulp van diverse hamers zodanig bewerkt, dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan die uiteindelijk de vorm van het werkstuk bepalen. De tas kan daarom dus diverse vormen hebben, afhankelijk van de werkzaamheden die ermee moeten worden verricht. Zie ook afb. 24. [N 33, 46; N 33, 48; N 64, 35a-b; N 66, 16a-b; monogr.] II-11