e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vis, algemeen vis: visch (Heijen, ... ) visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
visaas aas: oas (Heijen) aas [SGV (1914)] III-4-2
vishengel gaard: gèrt (Heijen), garde: gèrt (Heijen), topgaard: topgèrt (Heijen), visgaard: visgèrt (Heijen) hengel [SGV (1914)] || vishengel III-3-2, III-4-2
viskorf viskast: beun (vischkast) (onduidelijk of met het onderstreepte woord tevens een opgave bedoeld is]  vischkast (Heijen) beun (vischkast) [SGV (1914)] III-4-2
vissen vissen: visschen (Heijen) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vlaai vlaai: flāi̯ (Heijen) vlaai III-2-3
vlaamse gaai martkolf: martkolf (Heijen), matkolf: mâtkol (Heijen), meelkolf: melkolf (Heijen), meerkol: mérkol (Heijen) meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vlag: vlag (Heijen, ... ) vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlek (Heijen) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlakplaat vlakplaat: vlakplǭt (Heijen) Vlakke, gietijzeren plaat die wordt gebruikt om de vlakheid van een werkstuk te controleren. Het werkstuk wordt daartoe over de met olie en een kleurstof ingesmeerde vlakplaat bewogen. De hoge plekken van het werkstuk worden zo met kleurstof gemerkt en kunnen vervolgens met het schraapstaal worden verwijderd. Zie ook afb. 206. [N 33, 344; N 64, 30b; N 66, 11b] II-11