| 19413 |
vlam |
vlam:
vlam (L165p Heijen)
|
vlam
III-2-1
|
| 20944 |
vlees |
vlees:
flijs (L165p Heijen)
|
vlees [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
| 34130 |
vleeskoe |
vleeskoe:
vlɛi̯skuu̯ (L165p Heijen)
|
Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149]
I-11
|
| 33114 |
vlegelknuppel, slaghout |
knuppel:
knøpǝl (L165p Heijen)
|
Het slaghout van de dorsvlegel is 50 à 60 cm lang en wat dikker dan het hout van de steel. Het is niet van het allerhardste hout gesneden, omdat het dan zou barsten bij het slaan op de grond; doorgaans is het van berkehout. Oorspronkelijk werd als benaming van dit "werkende deel" van het gereedschap de naam het geheel genomen, hier dus vlegel; we zagen dat ook bij de ''zeis'' (3.2.1) in aflevering I.3 en de ''zicht'' (4.3.1) in deze aflevering. Het regelmatig voorvoegsel ''vlegel(s)'' in ''vlegel(s)kop'' is niet in dit lemma opgenomen. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) [vlegel] en [vleger] zie het lemma ''dorsvlegel'' (6.1.8). Zie afbeelding 10, b. [N 14, 3c; JG 1a, 1b; L39, 13a; monogr.; add. uit N 14, 3e en 4]
I-4
|
| 33113 |
vlegelstok |
geerd:
gɛrt (L165p Heijen)
|
De steel van de vlegel die de dorser in de hand houdt. De lengte van de steel "behoort van de kin van dorser tot de grond te reiken" (Goossens, Lic. Verh.), of, naar de zegsman van L 325: "is tweeēneenhalf maal de kop in lengte". Het regelmatig voorvoegsel vlegel(s)- is niet in dit lemma opgenomen. Zie afbeelding 10, a. [Goossens, Lic. Verh.]
I-4
|
| 21442 |
vleien |
flikflooien:
flikflŏjen (L165p Heijen)
|
flikflooien [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 33141 |
vleugels in de wanmolen |
vleugels:
vlø̄gǝls (L165p Heijen)
|
De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
| 22375 |
vlieger |
vlieger:
vlieger (L165p Heijen)
|
vlieger (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 31214 |
vliegwiel |
vliegwiel:
vlixwīl (L165p Heijen)
|
Zwaar, metalen wiel dat door zijn draaiing een machine telkens door het dode punt moet brengen. [N 33, 280b]
II-11
|
| 24499 |
vlier |
bussenhout:
busseho.lt (L165p Heijen),
vlier:
flie.r (L165p Heijen)
|
vlier || vlierhout
III-4-3
|