e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

Gevonden: 2777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zogen, voeden (overg.) voeden: voeje (Heijen) voeden III-2-2
zolder zolder: zoldər (Heijen), zōldər (Heijen), zøͅldər (Heijen) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zomen zomen: zø̄mǝ (Heijen) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zonde zonde: zund (Heijen) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zund (Heijen) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zoom zoom: zōǝm (Heijen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif zoom: zōm (Heijen) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon jong: jŏng (Heijen), jóng (Heijen), zie jóng; cf. VD s.v. "II jong"en s.v. "III jonk"zie "jong II  jó.nk (Heijen), zoon: zooen (Heijen), zoon (Heijen) jongen, zoon || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] III-2-2
zout zout: zālt (Heijen, ... ) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zoutvat zoutvaatje: zālt˃vɛtjə (Heijen) zoutvaatje III-2-1