e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

Gevonden: 2777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijftol drijftol: drieftol (Heijen) drijftol [SGV (1914)] III-3-2
drinken drinken: drīnkə (Heijen) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinkglas glas: glas (Heijen) glas III-2-1
drinkglas met voet schopje: sxøͅpkə (Heijen), schopjesglas: sxøͅpkəs˃glas (Heijen) glas op voetje III-2-1
drinkkuil in de wei drink: drēŋk (Heijen), waterkuil: wǭtǝrkyl (Heijen) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droge plekken in moeras bult: bø̄lt (Heijen) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) drogen: drøgǝ (Heijen) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
dronkaard drankmolen: drāŋkmø̄lə (Heijen), drankorgel: drāŋk˂øͅrgəl (Heijen), proeverd: pry(3)̄vərt (Heijen), zuipkont: zypkōnt (Heijen), zuiplap: zyplap (Heijen), zuipnikkel: zypnekəl (Heijen) drinkebroer || drinker || drinker, iemand die veel drinkt || zuiplap III-2-3
dronken zat: zat (Heijen, ... ) dronken || zat [SGV (1914)] III-2-3
droogdoek, theedoek handdoek: [hant˂duk (Heijen), hant˂dūk (Heijen), schoteldoek: sxotəlduk (Heijen), sxotəldūk (Heijen) theedoek III-2-1