20582 |
avondmaal |
avondeten:
¯s zomers drinkt men om 16 uur nog een keer koffie
aovəndête (L165p Heijen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avond [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20546 |
azijn |
azijn:
azin (L165p Heijen),
edik:
ēͅk (L165p Heijen),
ɛək (L165p Heijen)
|
azijn [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
17584 |
baard |
baard:
bāōr̄d (L165p Heijen)
|
baard [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
34113 |
baarmoeder van de koe |
baarmoeder:
bārmudǝr (L165p Heijen)
|
[N 3A, 48; A 48A, 47a]
I-11
|
20551 |
babbelaar |
babbelaar:
bebbeler (L165p Heijen)
|
babbelaar [SGV (1914)]
III-2-3
|
20278 |
baby, zuigeling |
kindje:
kīēndje (L165p Heijen, ...
L165p Heijen)
|
baby, zuigeling; benaming voor kind beneden één jaar [DC 30 (1958)] || pasgeboren kind; bij onze buren hebben ze een baby gekregen [DC 30 (1958)]
III-2-2
|
34585 |
bak |
karbak:
karbak (L165p Heijen)
|
Het gedeelte van de kar, wagen of kruiwagen waarin de lading vervoerd wordt. De bak bestaat uit zijwand, voorwand, achterwand en bodem (zie die lemmata). Er kunnen zo nodig verhoogsels op gezet worden. Het woordtype brak betekende oorspronkelijk "zijwand" en werd als zodanig dikwijls in het meervoud gebruikt. De betekenis van de enkelvoudsvorm ontwikkelde zich metonymisch naar "bak in zijn geheel". De betekenis "draagbalk van de bak" (zie het lemma draagbalken), verwant met "zijwand", komt nog vaak voor, vooral in Nederlands Limburg. De woordtypen slagbak, kipbak, slagkarbak, aardkarbak en clitchètbak duiden een bak aan die kan kippen. [N 17, 22; N 18, 99; N G,, 57; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr]
I-13
|
34257 |
bak om boter in te kneden |
botterbak:
[botter]bak (L165p Heijen),
romenvloot:
rōmǝvlōt (L165p Heijen
[(van hout)]
)
|
Kneedbak die schuin werd geplaatst om de melk uit de geknede boter te laten vloeien. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 59 en 61; JG 1a, 1b; A 7, 22; Ge 22, 15, 72 en 73; L 27, 67 en 68; monogr.; N 5A (I]
I-11
|
21189 |
baken |
baken:
boaken (L165p Heijen)
|
baken [SGV (1914)]
III-3-1
|
20585 |
bakken |
bakken:
bakke (L165p Heijen),
bakken (L165p Heijen),
bakə (L165p Heijen)
|
bakken [DC 37 (1964)], [SGV (1914)]
III-2-3
|