e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heiselt

Overzicht

Gevonden: 48

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tandjes knippen tanden snijden: tān snęi̯ǝ (Heiselt) De tanden van de pasgeboren biggen afknippen. [N 76, 42] I-12
varken met een doorgezakte rug zoubuik: zǫu̯buk (Heiselt) [N 76, 19] I-12
varken met een te hoge rug bult: bult (Heiselt) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren landvarken: lā.ntvē̜rǝkǝ (Heiselt) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren york: jørɛk (Heiselt) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lyi̯pǝr (Heiselt) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: mesvɛrkǝ (Heiselt) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens fokken kweken: kwekǝ (Heiselt) Zich toeleggen op de teelt van varkens. [N 76, 37b; monogr.] I-12
varkens houden kurren houden: kørǝ hān (Heiselt) Het houden van varkens, in het algemeen gezegd. [N 76, 37a] I-12
varkens mesten vetten: vɛtǝ (Heiselt) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12