30317 |
vensterbank |
vensterbank:
venstǝrbāŋk (L413p Helchteren)
|
Min of meer breed houten of stenen dekstuk aan de binnenzijde van een raam op hoogte van de onderdorpel. Zie ook afb. 57b. Een stenen vensterbank werd in P 48 van 'arduin' ('ardø̜̄n'), in K 314 van 'arduinsteen' ('ardoanstiǝn'), in L 366 van naamse steen en in K 317 van 'marmer' ('męlǝbǝr') vervaardigd. [N 55, 44b; S 39; L 8, 37b; L 31, 12b; L B1, 168; A 46, 10c; monogr.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
blaffeturen:
blāvǝtȳrǝ (L413p Helchteren)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33671 |
venweide |
beemd:
bamt (L413p Helchteren),
broek:
brok (L413p Helchteren)
|
Weiland aan of rondom een ven. [N 27, 23c]
I-8
|
17914 |
verbergen |
verbergen:
verbergen (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren)
|
verbergen [ZND 25 (1937)], [ZND m]
III-1-2
|
25362 |
verdoven |
pin indrijven:
pin indrijven (L413p Helchteren),
slaan:
slōwǝn (L413p Helchteren)
|
Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.]
II-1
|
30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (L413p Helchteren)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfromselen:
verfromselen (L413p Helchteren)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
19597 |
vergiet |
zij:
zei (L413p Helchteren)
|
vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
vərjøə:rdā:ch (L413p Helchteren)
|
Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)]
III-3-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ix sən vərkā:t (L413p Helchteren),
verkoud:
ich bin verkaad (L413p Helchteren)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|