18157 |
betten van een wonde |
baden:
beje (L413p Helchteren)
|
een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
24561 |
beuk |
beukelenboom:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bokkeleboem (L413p Helchteren)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
murw:
merf (L413p Helchteren),
te rijp:
te rijp (L413p Helchteren)
|
beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
34498 |
bevruchten |
treden:
trēǝ (L413p Helchteren)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
25107 |
bewolkte lucht |
dikke lucht:
dikke locht (L413p Helchteren),
ei dikke locht (L413p Helchteren),
overlopen lucht:
də loxt iz ővərlupə, Yə zi:t gi:n stɛərə (L413p Helchteren)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)]
III-4-4
|
18839 |
bezadigd |
kalm:
ook materiaal znd 21, 18
kalme (L413p Helchteren)
|
bezadigd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (L413p Helchteren),
bezem:
beͅsəm (L413p Helchteren),
bɛsəm (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren,
L413p Helchteren)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)], [ZND A1 (1940sq)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēəl (L413p Helchteren)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
19303 |
bezig zijn |
aan de gang zijn:
zijn aan ’n gang met (L413p Helchteren)
|
bezig zijn [ZND 19a (1936)]
III-1-4
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezukken (L413p Helchteren)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|