e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Helchteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijden rijden: rēīden (Helchteren), rijjen (Helchteren) rijden [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-3-1
rijkdom rijkdom: rɛ.gdom (Helchteren) rijkdom [RND] III-3-1
rijke lieden rijke mensen: rijke minsche (Helchteren) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
rijksveldwachter veldwachter: veldwachter (Helchteren) Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): genderm (Helchteren) Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] III-3-1
rijp rijp: réép (Helchteren) rijp [RND] III-2-3
rijstebrij rijstpap: (v.).  rēͅspap (Helchteren) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstpapvlaai: rēͅspapvla͂j (Helchteren) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijtuig voiture: vǝtȳr (Helchteren) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rijzadel rijzadel: rē̜zǭl (Helchteren) Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b] I-10