e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
rijden baantje glijden op het ijs:   rɛn (Sint-Truiden), [sic]  rēͅn (Sint-Truiden), rɛ̄n (Sint-Truiden), beginnen te oogsten:   rē̜i̯ǝ (Beringen, ... ), bronstig op andere koeien springen:   rii̯ǝ (Baarlo, ... ), rē̜i̯ǝ (Heppen), rīi̯ǝ (Einighausen, ... ), rīǝ (Bocholtz, ... ), rīǝjǝ (Einighausen), rɛi̯jǝ (Boshoven), de merrie dekken:   rai̯.ǝ (Bilzen), rii̯ǝ (Haelen), riǝ (Roggel), rɛi̯.ǝ (Mopertingen), dekken:   (de beer heeft de zeug) gǝreǝ (Batsheers, ... ), (de beer heeft de zeug) gǝrēǝn (Mal), rai̯a (Meldert), rai̯ǝ (Ketsingen, ... ), rái̯.ǝ (Berg, ... ), rāi̯.ǝ (Membruggen, ... ), (Groot-Gelmen), rē̜ (Laar, ... ), rē̜.ǝ (Beverst, ... ), rē̜n (Binderveld), rē̜ǝ (Aalst, ... ), rē̜ǝn (Romershoven), ręi̯.ǝ (Gellik, ... ), ręi̯ǝ (Gelinden, ... ), rɛi̯.ǝ (Mopertingen, ... ), rɛi̯ǝ (Borgloon, ... ), v?rke (varken)  rije (Jeuk), WBD/WLD algemeen  ri-je (As), fietsen:   reije (Maastricht), rieen (Ophoven), rieje (Herten (bij Roermond)), riejə (Kapel-in-t-Zand), ps. omgespeld volgens RND!  rijə (Meeuwen), geslachtsgemeenschap hebben:   aan het rijden zieən (Sint-Huibrechts-Lille), gereen (Eksel), reije (Zolder), rij-je (Beverlo), rij.ë (Zonhoven), rijjen (Eksel), rèèn (Sint-Truiden), Gelijk de konijnen.  rajjë (Tongeren), rijden  rèèn (Hasselt), Schertsend.  reijə (Loksbergen), hoepelen: /  reëje (Neerharen), hooi binnenhalen:   ręi̯ǝ (Maastricht), inkopen doen voor sinterklaas:   rieje (Sittard), ketsen, molenkar varen:   rejǝ (Weert), rījǝ (Maastricht), kruien:   ręi̯n (Beringen), ręi̯ǝn (Koersel), met de kar rijden, iets vervoeren:   rii̯ǝ (Lanklaar), rē̜i̯ǝ (Rummen), rē̜n (Zonhoven), rīǝn (Rumpen), met paard en kar rijden:   rii̯ǝ (Eupen, ... ), rēǝ (Gingelom), rē̜ǝ (Hopmaal, ... ), rē̜ǝn (Oostham), rīǝ (Moelingen), met paard en koets rijden, paardrijden:   rai̯.ǝ (Bilzen, ... ), rai̯ǝ (Meldert, ... ), rii̯ǝ (Arcen, ... ), riǝ (Aubel, ... ), rāi̯ǝ (Munsterbilzen, ... ), rāǝ (Beringen), rē̜.n (Helchteren), rē̜.ǝ (Diepenbeek, ... ), rē̜i̯ǝ (Gors-Opleeuw, ... ), rē̜n (Hasselt, ... ), rē̜ǝ (Aalst, ... ), rē̜ǝn (Heppen, ... ), ręi̯.ǝ (Boorsem, ... ), ręi̯ǝ (Genk, ... ), ręi̯ǝ.n (Achel, ... ), rī.i̯ǝ (Grote-Brogel), rī.i̯ǝn (Kaulille), rī.n (Overpelt), rī.ǝ (Beek, ... ), rī.ǝn (Elen, ... ), rīi̯ǝ (Gulpen, ... ), rīǝ (As, ... ), rɛi̯ǝ (Zutendaal), rɛ̄ (Rijkhoven), rijden:   ra:jə (Meldert), raaie (Bilzen, ... ), raaien (Bilzen), raaije (Borgloon), raaië (Millen), rae.jə (Leopoldsburg), rai:ja (Tongeren), raien (Meldert), raijə (Berg, ... ), raiə (Borgloon, ... ), raje (Tongeren), rajə (Borgloon, ... ), raïen (Paal, ... ), rāen (Beringen), rāēën (Diepenbeek), rāijə (Lummen, ... ), rāiə (Bilzen), re`ə (Mechelen-aan-de-Maas), ree (Mettekoven), reeie (Nieuwerkerken), reeje (Venray), reeën (Rekem), rei-je (Heers), reide (Bevingen), reien (Herten), reije (Maastricht), reijə (Bree, ... ), rein (Hasselt, ... ), reië (Heppen), reiən (Koersel), rejen (Vroenhoven), rejə (Eisden, ... ), reïe (Koninksem), rēīden (Helchteren), rēīën (Tessenderlo), rēje (Stevoort), rējə (Zonhoven), rēn (Hasselt, ... ), rēə (Ophoven), rēəe (Ulbeek), rēͅ.jə (Herk-de-Stad), rēͅn (Sint-Truiden, ... ), rēͅə (Herk-de-Stad, ... ), rēͅən (Diepenbeek, ... ), rĕije (Vroenhoven), rĕijen (Lommel), rĕjə (Opoeteren), reͅijə (Koersel), reͅiə (Beverlo, ... ), reͅjə (Heers, ... ), reͅjən (Eksel, ... ), ri-en (Rekem), ri-je (As, ... ), ri-jen (Maaseik), ri-jə (Gennep), ri.i.ə (Montzen), ri.jə (Maaseik), rie-en (As, ... ), rie-jə (Grathem, ... ), rieden (Bree), rieēn (Sint-Huibrechts-Lille), rieien (Bocholt), rieje (Blerick, ... ), riejen (As, ... ), riejə (Heel, ... ), rieë (Geleen, ... ), rieë(n) (Velden), rieën (Kaulille, ... ), rie⁄jen (Born), riiën (Rotem), rij (id.) (Wilderen), rij-e (Genk), rij-en (Lommel), rij-je (Vroenhoven), rij-jen (Ulbeek), rij-jə (Maastricht), rij` (Herk-de-Stad), rijden (Gingelom, ... ), rije (Gelieren/Bret, ... ), rijen (Beverst, ... ), rijĕ (Zichen-Zussen-Bolder), rijĕn (Diepenbeek), rijie (Genk), rijje (Eisden, ... ), rijjen (Eksel, ... ), rijjə (Lanaken, ... ), rijn (Mielen-boven-Aalst, ... ), rijë (Herk-de-Stad, ... ), rijën (Kuringen, ... ), rijə (Beverlo, ... ), rijən (Peer, ... ), riä (Kelmis), rië (Eupen, ... ), riëe (Schimmert), riëen (Neerpelt), riëje (Sittard), riën (Neerpelt), riə (Welkenraedt), rīējə (Reuver, ... ), rījen (Hamont), rījə (Eynatten), rījɛ (Kanne), rīə (Molenbeersel, ... ), rīən (Opglabbeek), ri̯.jə (Raeren), ryien (Hoepertingen), rââiə (s-Herenelderen), rä:jən (Hamont), rä:ə (Kortessem, ... ), räaie (Martenslinde), rèen (Sint-Truiden), rèeën (Opoeteren), rèijə (Maastricht), rèje (Berbroek, ... ), rèə (Halen, ... ), réjə (Meijel), rééjə (Loksbergen, ... ), réə (Schulen), rêə (Mielen-boven-Aalst), rîêën (Henri-Chapelle), rɛiə (Beringen), rɛjə (Gelinden), (= modern).  rìje (Venray), (met een auto).  rieje (Reuver), Heel weinig; meest: jaoge.  rāījə (Berg), Men gebruikt rijen en jogen onder elkaar.  rijen (Hoeselt), Met den trein.  rēͅə (Kortessem), Met fiets: joawege;  reije (Beverst), Opg.: "t zelfde".  rijden (Melveren), slenteren:   rèje (Ittervoort), varen: [allicht geantwoord o.i.v. "varen met de auto"?, RK]  rējə (Waasmont, ... ) I-10, I-11, I-12, I-13, I-3, I-4, I-9, II-3, III-1-2, III-2-2, III-3-1, III-3-2, III-4-2