19441 |
roestplek |
ijzermaal:
ijzermaal (L413p Helchteren)
|
roestplek [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
19410 |
roet |
kruis:
kroͅu̯s (L413p Helchteren)
|
rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
19865 |
roet2 |
roet:
rut (L413p Helchteren)
|
roet (in de schoorsteen) [ZND A2 (1940sq)]
III-2-1
|
32976 |
rogge |
koren:
[koren] (L413p Helchteren),
rog(ge):
rǫgǝ (L413p Helchteren)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
20760 |
roggebrood |
roggebrood:
roggebroed (L413p Helchteren)
|
roggebrood [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|
20674 |
roggemeelpap |
roggepap:
roͅgəpap (L413p Helchteren)
|
Pap van roggemeel (prol?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18284 |
rok: algemeen |
rok:
rok (L413p Helchteren),
schors:
cfr. WNT: schors (II), van schorsen: Schort. Verouderd.
schors (L413p Helchteren)
|
rok (door vrouwen gedragen) [ZND 17 (1935)]
III-1-3
|
32834 |
rollen |
wellen:
wɛlǝn (L413p Helchteren)
|
Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.]
I-2
|
20705 |
rond wittebrood |
mik:
(v.).
mek (L413p Helchteren)
|
Plat, rond wittebrood (plats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17931 |
rondslenteren, ronddolen |
ronddolen:
ronddolen (L413p Helchteren),
rondlopen:
rondloepen (L413p Helchteren)
|
ronddolen [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|