e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Helchteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaduw, lommer killeschaai: we zitte in ne killeschaai (Helchteren), schaai: schaoj (Helchteren) schaduw (lommer) [RND] || Schaduw. Wij zitten in het lommer,... in de schaduw. [ZND 37 (1941)] III-4-4
schafttijd koffietijd: kofitɛ.t (Helchteren) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: sxān (Helchteren) Een schande. [ZND A1 (1940sq)] III-3-3
schapenboer schaapsboer: sxōi̯ǝbzbū.r (Helchteren) Landbouwer wiens voornaamste bedrijfstak de schapenkweek is. [JG 1a, 1b] I-12
schapenvet schaapsvet: (o.).  sxoͅəpsfɛt (Helchteren) Schapevet (ongel?) [N 16 (1962)] III-2-3
schapestal, schaapskooi schaapsstal: sxő̄ps[stal] (Helchteren) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
scharrelen dabben: dabǝn (Helchteren) De kippen dabben en scharren in de grond om wormen, insecten en dergelijke te vinden. [N 19, 61a; L 33, 20; monogr.] I-12
schaterlachen schateren: ps. niet omgespeld! Of toch omspellen volgens systeem R.N.D? (dus: [sx@t\\r\\]).  sxɛtərə (Helchteren) schaterlachen; inventarisatie gebruik [N 38 (1971)] III-1-4
schede van de koe vazel: vǭ.zǝl (Helchteren) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
schei schei: sxē̜ (Helchteren) Elk van de houten balkjes die de berries verbinden en scheiden en zo de berries evenwijdig houden. Deze balkjes worden door openingen in de berries gestoken en door middel van spieën stevig vastgezet. Het aantal scheien van een kar is afhankelijk van de lengte van de berries. Een hoogkar heeft bijgevolg meer scheien dan een stortkar. [N 17, 24 + 40; N 8, 106; N G, 56e + 58a; JG 1a, JG 1b; monogr] I-13