26403 |
velg |
velg:
velg (L413p Helchteren),
velling:
vɛleŋ (L413p Helchteren)
|
De oorspronkelijke betekenis van de term velg is "elk van de vier tot zes gebogen houten blokken, die samen de rand van het wiel vormen en waarin de spaken vastgemaakt worden". Een aparte term voor de volledige houten rand bestond oorspronkelijk niet. Er is verwarring rond de term gekomen bij de opkomst van de fiets- en de autowielen, waarvan de randen niet uit aparte deeltjes bestonden, maar die uit één stuk gemaakt waren. Deze randen werden ook "velgen" genoemd. De verwarring blijkt duidelijk uit het feit dat voor zowel het houten blok als voor de volledige rand dezelfde termen, velg en velling, werden opgegeven en in de opgaven verschijnt vaak het meervoud, vooral in de betekenis van "houten rand". Sommige opgaven zijn echter samenstellingen, waaruit de betekenis eenduidig blijkt. Deze woordtypes staan onder B. en C. geordend en betekenen resp. "houten blok" en "wielrand". [N 17, 65a-b + add; N G, 45a-b; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 4, 20a + c; L 20, 20c; monogr.]
I-13
|
30317 |
vensterbank |
vensterbank:
venstǝrbāŋk (L413p Helchteren)
|
Min of meer breed houten of stenen dekstuk aan de binnenzijde van een raam op hoogte van de onderdorpel. Zie ook afb. 57b. Een stenen vensterbank werd in P 48 van 'arduin' ('ardø̜̄n'), in K 314 van 'arduinsteen' ('ardoanstiǝn'), in L 366 van naamse steen en in K 317 van 'marmer' ('męlǝbǝr') vervaardigd. [N 55, 44b; S 39; L 8, 37b; L 31, 12b; L B1, 168; A 46, 10c; monogr.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
blaffeturen:
blāvǝtȳrǝ (L413p Helchteren)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33671 |
venweide |
beemd:
bamt (L413p Helchteren),
broek:
brok (L413p Helchteren)
|
Weiland aan of rondom een ven. [N 27, 23c]
I-8
|
17914 |
verbergen |
verbergen:
verbergen (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren)
|
verbergen [ZND 25 (1937)], [ZND m]
III-1-2
|
25362 |
verdoven |
pin indrijven:
pin indrijven (L413p Helchteren),
slaan:
slōwǝn (L413p Helchteren)
|
Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.]
II-1
|
30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (L413p Helchteren)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verfromselen:
verfromselen (L413p Helchteren)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
19597 |
vergiet |
zij:
zei (L413p Helchteren)
|
vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
vərjøə:rdā:ch (L413p Helchteren)
|
Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)]
III-3-2
|