e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baktrog moel: mul (Heppen), trog: trog (Heppen) De kuip waarin de eerste bewerking van het deeg plaatsvindt. "In zijn eenvoudigste gedaante is het een rechthoekige, langwerpige bak, de bodem smaller dan de bovenopening" (Weyns blz. 28). De baktrog is ofwel van eik ofwel van wit hout vervaardigd. Sommige troggen hebben onderaan een schuif om zuurdeeg en zeef in te leggen (Weyns blz. 29). Als hij klein is en goed hanteerbaar, wordt de trog niet noodzakelijk op een vaste voet gezet. Is hij heel groot dan kan hij op een paar lage houtblokken worden gelegd. Meestal is hij geplaatst tussen twee steunen in de vorm van een letter H, waarvan de naar buiten uitwijkende bovenste benen de bak omvatten (Weyns blz. 28). In dit lemma zijn ook benamingen die de boer voor zijn baktrog heeft, opgenomen: Zie afb. 17. [(N 29, 20a; N 29, 18a; N 18, add.; N 5A(I), add.; S 2; R 3, 50; L 1a-m; L 16, 8; L 19A, 21; L 48, 23; A 26, 10; Lu 4, 10; Lu 2, 23; monogr.; LB 2, 237)] II-1
bal gehakt frikadel: Syst. Frings  frekədeͅl (Heppen) Bal gehakt (frikkedel?) [N 16 (1962)] III-2-3
balkenbrij bloed: bluu̯t (Heppen), kruipuit: kroet (Heppen) balkenbrij [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2c (1963)] III-2-3
barrevoets barrevoets: berrevets (Heppen), bɛrəvuts (Heppen) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: be̝ͅt (Heppen) bed [RND] III-2-1
beddenlaken laken: la͂kən (Heppen) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedevaart bedeweg: bièweg (Heppen) Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedienen bedienen: bedienen (Heppen), gerieven: gerieven (Heppen) Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)] III-3-1, III-3-3
bedsprei beddensprei: be̝ͅdəsprāi̯ (Heppen) bedsprei [RND] III-2-1
been been: biën (Heppen) been [ZND 21 (1936)] III-1-1