e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sigaar sigaar: sigaar (Heppen), sigaren (Heppen) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sikkel zichel: zexǝl (Heppen) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
singel singel: seŋǝl (Heppen) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
singel voor de paardedeken singel: seŋǝl (Heppen) Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92] I-10
sjalot sjalot: šəloͅtən (Heppen) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sla, algemeen salade: slōͅt (Heppen) [Goossens 1b (1960)] I-7
slaan slaan: bla:t Xəslaogə (Heppen) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
slaapbol kruisjesbloemen: krəskəsblŭmə (Heppen) Papaver somniferum L. [DC 48 (1973)] III-4-3
slachten slachten: sláxtǝ (Heppen) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slappe koffie felix: Syst. Frings  fēleks (Heppen), tuddekoffie: Syst. Frings  tødəkoͅfi (Heppen), zwadder: Syst. Frings  zwadər (Heppen) Slappe koffie (lierie, loerie, zwadder, zwoelie, poelie, poelespaat, poelieprats, laarie, paalie, pèùjt, merriezèèjk?) [N 16 (1962)] III-2-3