21289 |
soldaten |
soldaten:
suldu.tn (K316p Heppen)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
33222 |
sorteren met de hand |
sorteren:
sǫrtęi̯rǝn (K316p Heppen),
uitrapen:
ø̜trǭpǝ (K316p Heppen),
zonderen:
zøndǝrǝ (K316p Heppen)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
34576 |
spaak |
speken:
spīkǝ (K316p Heppen)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
32750 |
spade, spitschop |
schup:
sxøp (K316p Heppen)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
33743 |
spanstokje |
katrol:
katrǫl (K316p Heppen)
|
Stok of paaltje in de afrasteringsdraad waarmee men die draad spant. [N 14, 65]
I-8
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spuwen:
spy.wə (K316p Heppen)
|
(speeksel uit)spuwen [RND]
III-1-1
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
en kohet(j) (K316p Heppen)
|
kaart [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (K316p Heppen)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (K316p Heppen, ...
K316p Heppen)
|
spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
boekweitskoek:
Syst. Frings
bukiskuk (K316p Heppen),
spekpannenkoek:
Syst. Frings
speͅkpanəkuk (K316p Heppen)
|
Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|