e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eik eik: eik (Heppen), eikenboom: -  eikenboom (Heppen) eik [ZND 20 (1936)] || eikenboom [ZND 34 (1940)] III-4-3
eikel eikel: jikkel (Heppen), -  jokkels (Heppen) eikel [ZND 34 (1940)] || eikels zoeken [ZND 20 (1936)] III-4-3
eksteroog ekstersoog: ekstersoog (Heppen) eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)] III-1-2
elastiek rek: rɛk (Heppen) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektriciteit elektriek: elentriek (Heppen) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: elektrieken tram (Heppen) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) misere: ⁄k zen ziek van misere (Heppen), misre: He zit in de misere (Heppen) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
engel engel: nen engel tweë engelen (Heppen) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever spekmade: spekmade (Heppen) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enten griffelen: greflə (Heppen), griffelen (Heppen) [RND 07] [ZND 34 (1940)] I-7