19960 |
mannelijke hond, reu |
mannetje:
mɛnəkə (K316p Heppen, ...
K316p Heppen)
|
reu [Goossens 1b (1960)] || reu, mann. hond [Goossens 1b]
III-2-1
|
19822 |
mannelijke kat, kater |
kater:
kaoter (K316p Heppen),
kōͅtər (K316p Heppen)
|
kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
24601 |
maretak |
maretak:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 155 en van ZND15, 011
maarentak (K316p Heppen)
|
maretak [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
23240 |
maria-hemelvaart |
halfoogst:
half oegst (K316p Heppen)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
mɛt (K316p Heppen)
|
markt [RND]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmel:
ps. letterlijk overgenomen.
ĕ mermele štandbi‧ëld (K316p Heppen)
|
marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22440 |
masker |
mombakkes:
oembakkes (K316p Heppen),
mondbakkes:
mondbakkes (K316p Heppen)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
33044 |
mathaak |
haak:
hǭk (K316p Heppen),
pik:
pek (K316p Heppen),
pikhaak:
pekhōk (K316p Heppen)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjjənéés (K316p Heppen)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
18129 |
mazelen |
mazelen:
maozele (K316p Heppen),
mazeren:
maozere (K316p Heppen)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|