20806 |
kruimel |
breuzel:
brui?em slecht leesbaar
bruižem brood (Q243p Herstappe)
|
kruimel brood [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|
18215 |
laars (alg.) |
bot:
botten (Q243p Herstappe)
|
Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
19668 |
lade |
lade:
loi (Q243p Herstappe),
lade van de tafel:
lūj van də tōfəl (Q243p Herstappe)
|
lade van een tafel [ZND 37 (1941)], [ZND 39 (1942)]
III-2-1
|
27367 |
laden |
laden:
lǫi̯ǝ (Q243p Herstappe)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
33640 |
landerijen |
grond:
gront (Q243p Herstappe)
|
Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.]
I-8
|
17610 |
lange neus |
lange neus:
lang nás (Q243p Herstappe)
|
een lange neus [ZND 39 (1942)]
III-1-1
|
25079 |
langzaam, traag |
stilletjes:
dat g?it stillekes (Q243p Herstappe)
|
Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
24990 |
lauw |
lauw:
lauw water (Q243p Herstappe)
|
Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
leeg (Q243p Herstappe)
|
Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
21553 |
lei |
schaal:
een schoel (Q243p Herstappe)
|
Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|