e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Herten

Overzicht

Gevonden: 3449
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: (de koe) lø̄jt lau̯pǝ (Herten) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de merrie bij de hengst brengen naar de hengst gaan: nǭ dǝn heŋs gǭn (Herten) [N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie dekken dekken: dɛkǝ (Herten) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig gust: gøst (Herten) [N 8, 48 en 49] I-9
de moederkorf afkloppen trommelen: tromǝlǝ (Herten) Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.] II-6
de organen verwijderen darmen deruithalen: dɛrm druthǭlǝ (Herten) Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87] II-1
de oven op temperatuur brengen opstoken: opštǭkǝ (Herten) Voor het bakken moet de oven op tempera-tuur gebracht worden. Volgens de informant van L 269a is die juiste temperatuur ¬± 200¬∞C. De laatste twee woordtypen geven de benaming voor die goede hitte. Volgens verschillende informanten moet de oven zo lang gestookt worden, totdat de wanden of de hemel van de oven wit worden. Met de vrije hand werd vroeger gecontroleerd of de baklucht heet genoeg was (volgens informant van L 291), tegenwoordig gebeurt dat controleren met de thermostaat (volgens informant van Q 121). [N 29, 9; N 29, 10] II-1
de raat uitbreken een bij uitbreken: ęjnǝ bi ūtbrę̄kǝ (Herten), uitbreken: u.tbrę̄kǝ (Herten) Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a] II-6
de schaaf afstellen afstellen: āfštęlǝ (Herten), stellen: štęlǝ (Herten) De onderdelen van de schaaf zo instellen, dat er gewerkt mee kan worden. Het belangrijkste hierbij is het juist aanbrengen van de schaaf- en de keerbeitel in de schaafbek. [N 53, 111a] II-12
de schaaf fijner afstellen dreger zetten: dręjgǝr zetǝ (Herten), fijn zetten: fīn zetǝ (Herten) De schaafbeitel minder ver door de zool laten uitsteken, zodat er bij het schaven minder hout wordt weggehaald. [N 53, 111c] II-12