e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q187a plaats=Heugem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: raoje (Heugem), raojen (Heugem, ... ) raden [N 07 (1961)] III-3-2
ragout van gebraden gevogelte ragout: ragōēt (Heugem) Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)] III-2-3
ranzig gats: gàts (Heugem) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
raspen raspelen: raspələ (Heugem, ... ) raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
rauw rauw: róww (Heugem) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
rechtstaande oren flaporen: flapore (Heugem) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
regen (alg.) regen: rēgĕ (Heugem) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: regenboug (Heugem), règebōch (Heugem) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bui: bĕj (Heugem) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: regene (Heugem), ⁄t regent aardig (Heugem) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4