33291 |
onkruid, algemeen |
onkruid:
onkrūt (Q187a Heugem)
|
De verzamelnaam van in het wild groeiende planten, tussen de cultuurgewassen; ze belemmeren de cultuurgewassen in hun groei en de boer zal ze dan ook bestrijden. Naar aanleiding van de opgave nuttigheid in L 387 merkt de zegsman op: "Nut is hier ɛvuil, viesɛ"; waarschijnlijker dan deze volksetymologie is echter dat het voorvoegsel on- hier is uitgevallen. Puinen, puimen is eigenlijk de soortnaam van een afzonderlijke plant (zie het lemma Kweek) maar hier uitdrukkelijk opgegeven als de algemene benaming voor alle soorten onkruid. Hetzelfde geldt voor de opgaven reutsel (zie het lemma Perzikkruid). De varianten op -ds zoals vuiligheids vertonen pseudo-klankverschuiving. [N 11, 70a en 80a; N 11A, 172d; N 14, 123 en 124; N 17, 11; N P, 15b en 16b; JG 1a, 1b; A 17, 11; A 26, 9; A 28, 10; A 30, 2; A 39, 1b; A 43, 13; L 2, 18; S 26; Wi 6; monogr.]
I-5
|
22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
onnoezele kiender (Q187a Heugem),
onnuzele kinder (Q187a Heugem)
|
Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
25175 |
onstuimige lucht |
wild weer:
wild weir (Q187a Heugem),
zware lucht:
sjwoer loch (Q187a Heugem)
|
onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
peperkook (Q187a Heugem)
|
peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aofgoon (Q187a Heugem),
poepen:
poepe (Q187a Heugem),
schijten:
sjiete (Q187a Heugem)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
34456 |
onvruchtbare geit |
steenbok:
stęi̯nbok (Q187a Heugem)
|
De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.]
I-12
|
33682 |
onvruchtbare grond |
slechte grond:
šlɛxtǝ grōnt (Q187a Heugem)
|
Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.]
I-8
|
25119 |
onweersbui |
schoer:
sjoor (Q187a Heugem)
|
onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25176 |
onweerx |
onweer:
onweir (Q187a Heugem)
|
onweer [N 22 (1963)]
III-4-4
|
23743 |
onze-lieve-vrouweplaat |
onzelievevrouw van altijddurende bijstand:
slevrouw van alt. bijst. (Q187a Heugem)
|
Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)]
III-3-3
|