e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proosten klotsen: klutsə (Heugem) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
proppenschieter proppenschieter: proppesjeeter (Heugem, ... ) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
pruimen pruimen: prómmə (Heugem) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3
pruttelen reutelen: rootəl (Heugem) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
pudding pudding: pudding (Heugem) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puistjes brobbels: brobbele (Heugem), puisten: puiste (Heugem), puistjes: puiskes (Heugem) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover pullover: pluver (Heugem), pullover (Heugem) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
raadsel(tje) raadsel(tje): e rödselke (Heugem), en raodsel (Heugem), raodsel (Heugem), räödselke (Heugem), ⁄n raotsel (Heugem), ⁄n reudselke (Heugem) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raampje in een poort kijkgaatje: kīk˲g‚ētšǝ (Heugem) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6
raar, vreemd raar: raar (Heugem) raar [DC 02 (1932)] III-1-4