23601 |
wijwateremmer |
wijwateremmer:
wiewater-ummer (Q187a Heugem)
|
Het wijwatervat, de wijwateremmer. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23600 |
wijwaterkwast |
wijwaterskwast:
wiewaterskwas (Q187a Heugem)
|
De wijwaterkwast. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23351 |
wijwatervat |
wijwatersbak:
wiewatersbak (Q187a Heugem)
|
De met wijwater gevulde bak bij de ingang(en) van de kerk [wijwater(s)bak, -vat, -steen?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23453 |
wijzerplaat van het torenuurwerk |
wijzerplaat:
wijzerplaat (Q187a Heugem)
|
De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23454 |
wijzers van het torenuurwerk |
wijzers:
wijzers (Q187a Heugem)
|
De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34026 |
wilde koe |
wilde koe:
wɛl [koe] (Q187a Heugem)
|
Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.]
I-11
|
17596 |
wimper |
plimp:
plùmp (Q187a Heugem),
wimper:
wimpers (Q187a Heugem)
|
wimper [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24434 |
winde |
winde:
Endepols
win (Q187a Heugem)
|
Hoe noemt u de winde: een voornachtige vis met gedrongen lichaam, zijdelings sterk samengedrukt, de mondopening is enigszins omhooggericht, de staartvin is diep ingesneden. De rug is donkergroen-blauw, de flanken en buik zilverwit en borst-, buik- en aars [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18434 |
winkelhaak |
winkelhaak:
weŋkǝlhāk (Q187a Heugem)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend en worden werkstukken op hun haaksheid gecontroleerd. Zie ook afb. 2. [N 30, 13a; monogr.]
II-9
|
18676 |
winterkleren |
winterkleren:
winter klèjer (Q187a Heugem),
winterklèjer (Q187a Heugem)
|
winterkleren [N 23 (1964)]
III-1-3
|