e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijwateremmer wijwateremmer: wiewater-ummer (Heugem) Het wijwatervat, de wijwateremmer. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwaterkwast wijwaterskwast: wiewaterskwas (Heugem) De wijwaterkwast. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwatervat wijwatersbak: wiewatersbak (Heugem) De met wijwater gevulde bak bij de ingang(en) van de kerk [wijwater(s)bak, -vat, -steen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzerplaat van het torenuurwerk wijzerplaat: wijzerplaat (Heugem) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk wijzers: wijzers (Heugem) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wilde koe wilde koe: wɛl [koe] (Heugem) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11
wimper plimp: plùmp (Heugem), wimper: wimpers (Heugem) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
winde winde: Endepols  win (Heugem) Hoe noemt u de winde: een voornachtige vis met gedrongen lichaam, zijdelings sterk samengedrukt, de mondopening is enigszins omhooggericht, de staartvin is diep ingesneden. De rug is donkergroen-blauw, de flanken en buik zilverwit en borst-, buik- en aars [N 83 (1981)] III-4-2
winkelhaak winkelhaak: weŋkǝlhāk (Heugem) Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend en worden werkstukken op hun haaksheid gecontroleerd. Zie ook afb. 2. [N 30, 13a; monogr.] II-9
winterkleren winterkleren: winter klèjer (Heugem), winterklèjer (Heugem) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3