34505 |
broedse kip die men niet wil laten broeden |
kloek:
kluk (Q187a Heugem)
|
[N 19, 43b]
I-12
|
25388 |
broeien |
broeien:
brøjǝ (Q187a Heugem)
|
Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.]
II-1
|
24134 |
broek, veren aan de poten |
pootveren:
poetvere (Q187a Heugem)
|
veren aan de poten van een vogel (scherkes) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
18197 |
broek: algemeen |
broek:
brook (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem,
Q187a Heugem,
Q187a Heugem)
|
broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24913 |
broekland, moeras |
moeras:
moeras (Q187a Heugem)
|
moeras [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
18423 |
broekspijp |
bokspijp:
bookspiepe (Q187a Heugem),
broekenpijp:
brookepiepe (Q187a Heugem)
|
pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18309 |
broeksriem |
broekenriem:
brokereem (Q187a Heugem)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
achtertas:
achtertas (Q187a Heugem)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
broekentas:
broketes (Q187a Heugem),
brooketes (Q187a Heugem)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34342 |
bronstig |
berig:
bīrex (Q187a Heugem)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|