e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
adder adder: Endepols  adder (Heugem) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
ademen asemen: aoseme (Heugem) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: aojer (Heugem) ader [N 10a (1961)] III-1-1
afdingen afpingelen: aofpingele (Heugem) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] III-3-1
afgetrokken zeug afgelemmelde zeug: ǭfxǝlęmǝldǝ [zeug] (Heugem) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) pony: n ponnie (Heugem) haar, kortgeknipt ~ met alleen van voor een afhangend kuifje [ponnie, tuil] [N 10 (1961)] III-1-1
afkoken kort koken: kòrt kookə (Heugem) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
aflaat aflaat: aoflaot (Heugem) Een aflaat [ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
afraffelen afraffelen: aofraffele (Heugem) (te) snel bidden, een gebed afraffelen. [N 96B (1989)] III-3-3
agnus dei agnus dei: agnus dei (Heugem) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3