e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarsen aansteken aanmaken: keetse aonmake (Heugem) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven uitmaken: keetse oetmake (Heugem) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang maken de kerkgang doen: kèrkgank doen (Heugem) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kruisweg bidden de kruisweg doen: kruusweeg dōēn (Heugem) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de melk inhouden ophouden: ǫphau̯wǝ (Heugem) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lǭtǝ lōpǝ (Heugem) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de mis dienen de mis dienen: de mès deene (Heugem) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen mis doen: mès doen (Heugem) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis plechtig doen (de plechtige mis doen) plechtige mis doen: plechtige mès doen (Heugem) De mis plechtig opdragen, celebreren. [N 96B (1989)] III-3-3
de missie preken de missie (<fr.) preken: de missie prééke (Heugem) De missie preken. [N 96B (1989)] III-3-3