e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dikke wollen sjaal sjerp: sjèrp (Heugem) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel dikke jas: dikke jas (Heugem), mantel: mantel (Heugem), paletot (fr.): palto (Heugem), winterjas: winterjas (Heugem) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] || das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] || jas, lange zwarte (over)~ [pergeerjas, -keel, flankert] [N 23 (1964)] III-1-3
dinsdag dinsdag: diensdeg (Heugem), dinsdag (Heugem), dinsdig (Heugem) dag; dinsdag [N 07 (1961)] III-4-4
dirigent van het zangkoor directeur (fr.): direkteur (Heugem) De dirigent, de leider van het zangkoor. [N 96B (1989)] III-3-3
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Heugem) een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
dom dom: dom (Heugem) Een dom, domkerk. [N 96A (1989)] III-3-3
donderen donderen: dondere (Heugem, ... ) donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: donder (Heugem, ... ) donder [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Heugem, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
donkerbruine koe bruin (bijvgl. nmw.): brǫi̯n (Heugem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11