18704 |
jasje van het mantelpak |
jasje:
jeske (Q187a Heugem)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18572 |
jasje van het zwarte pak |
zwart jasje:
zwart jéske (Q187a Heugem)
|
jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jonge klare:
jōngə klaorə (Q187a Heugem),
oude klare:
àwwə klaorə (Q187a Heugem)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18041 |
jeuk |
jeuk:
jeu:k (Q187a Heugem),
jeuk (Q187a Heugem, ...
Q187a Heugem,
Q187a Heugem),
jeu‧k (Q187a Heugem),
krets:
kretsch (Q187a Heugem)
|
jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
bedelaar:
bedeleer (Q187a Heugem)
|
een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
bloot:
bloet (Q187a Heugem),
kak:
kak (Q187a Heugem)
|
nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
Endepols
jonk (Q187a Heugem)
|
Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
34025 |
jong van een rund |
jong:
jǫŋk (Q187a Heugem)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q187a Heugem)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
24304 |
jonge brasem |
bliek:
Endepols
bleek (Q187a Heugem)
|
De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)]
III-4-2
|