20529 |
rauw |
rauw:
rao vliesch (K360p Heusden),
roa vliesch (K360p Heusden),
roo vliesch (K360p Heusden)
|
Rauw vlees. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
blaken:
[sic]
blaken (K360p Heusden)
|
Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rechtvèrig (K360p Heusden)
|
Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)]
III-1-4
|
22810 |
refrein |
refrein:
referein (K360p Heusden),
refrein (K360p Heusden),
refréjen (K360p Heusden)
|
Een refrein (het steeds terugkerende gedeelte van een lied). [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|
30537 |
regenpijp |
buis:
bø̜js (K360p Heusden)
|
De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.]
II-9
|
21195 |
reis |
reis:
mergen komt er wier van de raes (K360p Heusden)
|
Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
21455 |
rekenen |
rekenen:
rekene (K360p Heusden),
riejekene (K360p Heusden),
tellen:
tellen (K360p Heusden)
|
rekenen [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
24548 |
reseda |
rose dgypte (fr.):
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
rozendjip (K360p Heusden)
|
[ZND 35 (1941)]
I-7
|
24230 |
restant vogels |
kraker:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
kraker (K360p Heusden),
kransmerel:
kransmjèl (K360p Heusden),
kruisbek:
kruisbek (K360p Heusden),
kruisbek (gew.uitspr.) (K360p Heusden),
notenkraker:
is de kruisbek?
notekraker (K360p Heusden),
spreeeuwtje:
spriefke (K360p Heusden)
|
beflijster || jong van de spreeuw [ZND 43 (1943)] || krakeend || kruisbek || notenkraker
III-4-1
|
34281 |
resten van het eten van dieren |
afval:
af˲val (K360p Heusden),
gruimels:
grø̄mǝls (K360p Heusden)
|
[L 34, 77b]
I-11
|