e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engerling, larve van de meikever spekmade: spekmaai (Heusden) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkel enkel: ich hem menen inkel kapot gestuten (Heusden) ik heb mijn enkel stuk gestooten [ZND 01u (1924)] III-1-1
enten griffelen: grefələ (Heusden), griffelen (Heusden), gruffelen: gruffelen (Heusden) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
entre-deux entre-deux: entre-deux (Heusden) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
erf boerengeleg: būrəgəliəx (Heusden), boerenhof: būrənhōͅf (Heusden) I-7
ernstig gemeend: gemend (Heusden), menens: mènens (Heusden), serieus: serieus (Heusden) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Heusden) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
eten (ww.) eten: jeetə (Heusden) eten [RND] III-2-3
etensresten afval: afval (Heusden), greumels: greumels (Heusden) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
etter materie: mateerie (Heusden) etter (van een wonde, enz.) [ZND 01u (1924)] III-1-2