25007 |
grootte |
grootte:
grute (K360p Heusden)
|
grootte [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
20288 |
grootvader |
grootva:
grutva (K360p Heusden),
gruutva (K360p Heusden),
cf. VD s.v. "va
groetvaa (K360p Heusden),
grootvader:
grutvader (K360p Heusden),
gruutvaoder (K360p Heusden),
Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j )
groetvaaier (K360p Heusden),
grote va:
grute va (K360p Heusden),
kindertaal
grute va (K360p Heusden)
|
grootvader [ZND 11 (1925)], [ZND 35 (1941)] || grootvader (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
33317 |
grote boerderij |
geleg:
gǝliǝx (K360p Heusden),
gǝlēx (K360p Heusden)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
24165 |
grote lijster |
sjakker:
sjakker (K360p Heusden),
tjakker:
tjakker (K360p Heusden)
|
grote lijster
III-4-1
|
24857 |
grote weegbree |
hondsribben:
honsrebǝ (K360p Heusden),
wegebladeren:
wē̜gǝblǭr (K360p Heusden)
|
Plantago major L. Zeer algemeen voorkomend onkruid in akkers, tuinen en wegbermen, met breed-eironde, duidelijk generfde bladeren, die in een rozet vanuit de wortel groeien. Bovenaan de rechtopgaande stengel zit een langwerpige groene aar met bruine pluisjes. De plant wordt tot 50 cm hoog en bloeit van mei tot november. Bij de naamgeving worden de grote (of brede) en smalle weegbree (zie het lemma Smalle Weegbree) vaak niet van elkaar onderscheiden. Bij de volgende opgaven werd specifiek verneld dat ze op de grote betrekking hebben.
I-5
|
21508 |
grove stem |
grove stem:
een groof stem (K360p Heusden)
|
grove stem [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19103 |
guit, schalk |
kapoen:
kapoen (K360p Heusden)
|
guit (grappenmaker) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
gulde (K360p Heusden),
munt:
munt (K360p Heusden)
|
gulden [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
23267 |
gulden mis |
gulden mis:
de gulle mis (K360p Heusden),
vergulde mis:
vergulle mes (K360p Heusden)
|
Gulden mis (op Quatertemper woensdag in de advent). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
19075 |
gunnen |
gunnen:
ge mot hum dat geluk gunne (K360p Heusden)
|
Ge moet hem dat geluk gunnen [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|