21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffroo (K360p Heusden)
|
juffrouw [ZND 27 (1938)]
III-3-1
|
18192 |
jurk |
kleed:
katoene klied (K360p Heusden, ...
K360p Heusden),
katòene klied (K360p Heusden)
|
Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)]
III-1-3
|
21912 |
kaal duivenjong |
kwakjong:
kwakjo.ŋk (K360p Heusden)
|
Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
20768 |
kaantjes |
krappen:
krabben (K360p Heusden),
veerkrappen:
vī̞ərkrabə (K360p Heusden)
|
Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kanen [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
19791 |
kaars |
kaars:
ke̞ͅrs (K360p Heusden)
|
kaars [RND]
III-2-1
|
22392 |
kaart met prentje |
prentje:
printeke (K360p Heusden)
|
Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
kaarten:
/
kaarten (K360p Heusden),
kaartspelen:
koͅ.ərtspe.ələ (K360p Heusden)
|
kaarten [RND], [SND (2006)]
III-3-2
|
20802 |
kaas |
kaas:
kjees (K360p Heusden)
|
kaas [RND]
III-2-3
|
24833 |
kaasjeskruid |
broodjes:
brykǝs (K360p Heusden),
kaasjeskruid:
kēskǝskrø̜i̯t (K360p Heusden)
|
Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.]
I-5
|
22622 |
kaatsen |
bollen:
bulə (K360p Heusden)
|
kaatsen [RND]
III-3-2
|