18200 |
klepbroek |
broek met valdeur:
valdeur uitgesproken als in het A.B.N
broek met valdeur (K360p Heusden),
valdeur:
valdeur (K360p Heusden)
|
Klepbroek. Kent uw dialect een bijzondere naam voor de broek met afvallende klep, zoals nog door kleine jongens wordt gedragen ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
23215 |
klepel |
klepel:
de kleiepel van de klok (K360p Heusden)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)]
III-3-3
|
22377 |
kleppers |
ratel:
roatel (K360p Heusden)
|
Elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21353 |
kletsen |
babbelen:
Van Dale: babbelen, 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les; -2. praatjes verkopen, kwaadspreken; -3. keuvelen, gezellig praten; -4. (gew.) uit de school klappen; -5. (in litt. t.) een geluid maken dat aan babbelen doet denken.
babbelen (K360p Heusden, ...
K360p Heusden),
zeveren:
Van Dale: zeveren, (gew.), 2. flauwe praat verkopen; -zaniken.
zieveren (K360p Heusden),
zwetsen:
Van Dale: zwetsen, luidruchtig en onbedachtzaam spreken, m.n. grootspreken, snoeven.
zwetsen (K360p Heusden)
|
zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
21549 |
kletsen [onnozele praat vertellen] |
kwatsch vertellen:
hije vertelt kwats (K360p Heusden)
|
Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
33997 |
kletsoor |
klintsoor:
klendzūr (K360p Heusden),
klitsoor:
klitsūr (K360p Heusden)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
21337 |
kletswijf |
klanderwijf:
klaunerwijf (K360p Heusden)
|
Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)]
III-3-1
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleur (K360p Heusden, ...
K360p Heusden)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
18065 |
klierziekte |
klieren:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
klieren in zijnen nek (K360p Heusden)
|
hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
23280 |
kloosterorde |
orde:
en string orde (K360p Heusden)
|
Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|