e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L292p plaats=Heythuysen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwijl zever: zeiver (Heythuysen) Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] III-1-1
kwitantie briefje: breefke (Heythuysen), kwitantie: kwitantie (Heythuysen) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
laars (alg.) stevel: stével (Heythuysen) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars tot of boven de knie gamasche: komasjen (Heythuysen) laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
ladder leer: lęjǝr (Heythuysen) Een ladder met bovenaan een lat waaraan een koord bevestigd is. Het geschoren en gereinigd varken wordt met de rug op de ladder gelegd. Als de achterste poten aan de bovensporten van de ladder zijn vastgesjord, wordt ze overeind gezet. Het varken komt met de snuit omlaag te hangen. [N 5aII, 62b; N 28, 64; N 28, 67; monogr.] II-1
lage herenschoen, molière lage schoen: lieëgsjoon (Heythuysen) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp: [klomp] (Heythuysen) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp: klompe (Heythuysen) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte zandgrond broekgrond: brōkgrōnjtj (Heythuysen) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lagenmaat laagverdeling: lǭx˲vǝrdęjleŋ (Heythuysen) De dikte van één baksteen plus één lintvoeg. Zie ook afb. 28 en 41. [N 31, 8a; N 31, 7c; monogr.] II-9