| 18797 |
verstand |
verstand:
verstand (L292p Heythuysen)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19179 |
verstandig |
verstandig:
verstenjig (L292p Heythuysen)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22349 |
verstoppertje spelen |
stoklopen:
stokloupe (L292p Heythuysen),
stokverbergen:
stok verberge (L292p Heythuysen)
|
Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
| 32577 |
verteerde mest |
oud mest:
ǭt [mest] (L292p Heythuysen),
vet mest:
vęt [mest] (L292p Heythuysen)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
| 19304 |
vertrouwen |
trouwen:
troeën (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
| 18928 |
vervelend werk |
gefriemel:
gefriemel (L292p Heythuysen),
geneuk:
geneuk (L292p Heythuysen)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18820 |
verveling |
verveling:
verveling (L292p Heythuysen)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19270 |
verwaarlozen |
niet tellen:
niet tellen (L292p Heythuysen)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18815 |
verwachting |
verwachting:
verwachting (L292p Heythuysen)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20171 |
verwantschap |
familie:
familie (L292p Heythuysen)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|