20455 |
buitenechtelijk kind |
voorkind:
veurkindj (L292p Heythuysen)
|
een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22875 |
buitenspel |
af-side:
afsijt (L292p Heythuysen)
|
Buitenspel. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22878 |
buitenspeler |
links-/rechtsbuiten:
linksboete (L292p Heythuysen),
rechtsboete (L292p Heythuysen)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
19367 |
buitenverblijf |
villa:
villa (L292p Heythuysen)
|
Een groot huis met een tuin buiten de stad; vaak het buitenverblijf van in de stad wonende mensen (villa, landhuis, buitenverblijf, campagne, buiten, hof) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18523 |
buitenzak op een jas |
jassentas:
jassetes (L292p Heythuysen)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25462 |
bul waarmee men de ribben in stukken hakt |
mes:
mɛts (L292p Heythuysen)
|
Met deze bijl kan ook een soort hakmes bedoeld worden. [N 28, 105]
II-1
|
25220 |
bulderen van de storm |
boezen:
əd bōēsj (L292p Heythuysen),
(= het werkwoord).
bōēzə (L292p Heythuysen)
|
storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25251 |
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) |
bunder:
boonder (L292p Heythuysen)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24459 |
bunzing |
fis:
vies (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen,
L292p Heythuysen),
viesse (L292p Heythuysen),
vis (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen)
|
bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)]
III-4-2
|
32828 |
burries van de landrol |
bomen:
b˙ø̜i̯m (L292p Heythuysen)
|
De beide bomen aan het raam van de ijzeren rol, waartussen het paard wordt ingespannen. [JG 1a; N 11A, 185d; monogr.]
I-2
|