e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heythuysen

Overzicht

Gevonden: 3558
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenechtelijk kind voorkind: veurkindj (Heythuysen) een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)] III-2-2
buitenspel af-side: afsijt (Heythuysen) Buitenspel. [DC 49 (1974)] III-3-2
buitenspeler links-/rechtsbuiten: linksboete (Heythuysen), rechtsboete (Heythuysen) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
buitenverblijf villa: villa (Heythuysen) Een groot huis met een tuin buiten de stad; vaak het buitenverblijf van in de stad wonende mensen (villa, landhuis, buitenverblijf, campagne, buiten, hof) [N 79 (1979)] III-2-1
buitenzak op een jas jassentas: jassetes (Heythuysen) buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bul waarmee men de ribben in stukken hakt mes: mɛts (Heythuysen) Met deze bijl kan ook een soort hakmes bedoeld worden. [N 28, 105] II-1
bulderen van de storm boezen: əd bōēsj (Heythuysen), (= het werkwoord).  bōēzə (Heythuysen) storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boonder (Heythuysen) de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)] III-4-4
bunzing fis: vies (Heythuysen, ... ), viesse (Heythuysen), vis (Heythuysen, ... ) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
burries van de landrol bomen: b˙ø̜i̯m (Heythuysen) De beide bomen aan het raam van de ijzeren rol, waartussen het paard wordt ingespannen. [JG 1a; N 11A, 185d; monogr.] I-2