17997 |
huiveren |
razelen:
razele (Q039p Hoensbroek),
rillen:
rille (Q039p Hoensbroek),
rillen (Q039p Hoensbroek),
schudderen:
hé schoetert sich (Q039p Hoensbroek)
|
huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] || huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17999 |
huiverig |
schudderig:
sjōēterig (Q039p Hoensbroek),
schuiverig:
sjōēverig (Q039p Hoensbroek)
|
huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17998 |
huivering |
rilling:
rilling (Q039p Hoensbroek),
schuddering:
schoetering (Q039p Hoensbroek),
schuiver:
sjōēver (Q039p Hoensbroek)
|
huivering [gril] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21807 |
hulp vragen |
vragen voor te helpen:
vraoge veur te helpe (Q039p Hoensbroek)
|
iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
höllep (Q039p Hoensbroek)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24572 |
hulst |
hulst:
huls (Q039p Hoensbroek),
ideosyncr.
höls (Q039p Hoensbroek)
|
De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17959 |
hurken |
(zich) hukken:
zich hūūke (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek),
op zijn hukken gaan zitten:
he ging op zien huuke zitte (Q039p Hoensbroek),
op z`n hūūke goa zitte (Q039p Hoensbroek)
|
hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21333 |
huurpenning |
huurpenning:
[beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]
heurpenning (Q039p Hoensbroek)
|
het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouwerij:
trouwerie (Q039p Hoensbroek)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
reuëp (Q039p Hoensbroek),
rup (Q039p Hoensbroek)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|