e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puistjes brobbels: broebele (Hoensbroek), puistjes: puiskes (Hoensbroek), uitslag: oetsjlaag (Hoensbroek), ōētsjlaag (Hoensbroek) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover kamizool (<fr.): kamezaol (Hoensbroek), mouwenstoep: mowesjtuup (Hoensbroek), pullover: pulover (Hoensbroek), stoep: sjtuub (Hoensbroek) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punaise punaise (fr.): punaise (Hoensbroek) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt van het blad van de zeis naas: nās (Hoensbroek), spits: špets (Hoensbroek) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip punt: ein punt (Hoensbroek), punt (Hoensbroek) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] III-4-4
punthamertje tegelhamer: tēgǝlhāmǝr (Hoensbroek) Hamertje waarmee men gaatjes in een tegel kan slaan. De kop van het hamertje heeft daartoe doorgaans een kegelvormig, spits toelopend uiteinde. In Q 98 werd voor het maken van gaatjes in een tegel een 'boortje' ('bø̄rkǝ') gebruikt. [N 32, 42c] II-9
puntmuts puntmuts: puntmutsj (Hoensbroek), puntmötsj (Hoensbroek) puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
purper, paarsrood paarsrood: paarsroêd (Hoensbroek), purper: purper (Hoensbroek) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
put kuil: kūl (Hoensbroek), zak: zak (Hoensbroek) Terugwijkend gedeelte van het metselwerk van een muur. [N 31, 47a] II-9
putemmer putemmer: pøtɛmər (Hoensbroek) [N 12 (1961)] I-7