22704 |
bikkelen |
bikkelen:
biggele (Q039p Hoensbroek),
bikkele (Q039p Hoensbroek),
prikken:
prikke (Q039p Hoensbroek)
|
Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek),
bil:
bel (Q039p Hoensbroek)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9, III-1-1
|
21641 |
biljet van duizend frank |
duizend frank:
doezend frank (Q039p Hoensbroek)
|
1000 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21638 |
biljet van duizend gulden |
briefje van duizend:
ee breefke van 1000 (Q039p Hoensbroek),
duizend gulden:
doezend gulle (Q039p Hoensbroek)
|
1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21623 |
biljet van honderd frank |
honderd frank:
honderd frank (Q039p Hoensbroek)
|
100 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21637 |
biljet van honderd gulden |
briefje van honderd:
ee breefke van 100 (Q039p Hoensbroek),
honderd gulden:
honderd gulle (Q039p Hoensbroek)
|
100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21612 |
biljet van tien gulden |
tientje:
ee tieëntje (Q039p Hoensbroek),
tieëntje (Q039p Hoensbroek)
|
10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21620 |
biljet van twintig frank |
twintig frank:
twintig frank (Q039p Hoensbroek)
|
20 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21634 |
biljet van twintig gulden |
briefje van twintig:
ee breefke van twintig (Q039p Hoensbroek),
twintig gulden:
twintig gulle (Q039p Hoensbroek)
|
20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21636 |
biljet van vijfentwintig gulden |
briefje van vijfentwintig:
ee breefke van 25 (Q039p Hoensbroek),
vijfentwintig gulden:
viefentwintig gulle (Q039p Hoensbroek)
|
25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|