e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbeuzelen beuzelaar (zn.): beuzelaer (Hoensbroek) zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)] III-3-1
verbruien begaden: begaaie (Hoensbroek), geen succes hebben: gen sucses hebbe (Hoensbroek), verknoeien: verknoeije (Hoensbroek) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)] III-1-4
verdachte zaak geen zuivere koffie: ⁄t is genne zuiver koffie (Hoensbroek), linke mik: linke mik (Hoensbroek) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdenken / verdenking? verdenken: ⁄m ervan verdinke (Hoensbroek) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: geld verdene (Hoensbroek) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdiept werk terugliggend: tǝrykleqǝnt (Hoensbroek) Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.] II-9
verdord kapot: kapot (Hoensbroek), verdord: ideosyncr.  verdord (Hoensbroek) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdoven bedwelmen: bǝdwɛlmǝn (Hoensbroek), neerhouwen: nērhǫwǝn (Hoensbroek), verdoven: vǝrdǭvǝ (Hoensbroek) Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1
verdriet; verdriet doen pijn lijden: pien lieje (Hoensbroek) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] III-1-4
verduisteren achterhouden: achterhoute (Hoensbroek) ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)] III-3-1