e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegend ongedierte ongedierte: WLD  ongedeerte (Hoensbroek), ongesiefer: geen onderscheid (met vraag 2a)  òngesiefer (Hoensbroek), vliegen: eigen spellingsysteem  vlegen (Hoensbroek) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegenraam, hor vliegenhor: vlege-hor (Hoensbroek) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1
vliegtuig vliegmachine: vleegmachien (Hoensbroek) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveld (Hoensbroek) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlies in een vrucht velletje: het velke (Hoensbroek), vlim: ideosyncr.  vlim (Hoensbroek) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijns, geelbruine aarde gele leem: gēēële leem (Hoensbroek) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlinder pepel: pi.əpəl (Hoensbroek), pieëpel (Hoensbroek), Additie bij vraag 117: vlinder in t algemeen  d’r piēëpel (Hoensbroek, ... ) vlinder [N 83 (1981)], [Roukens 03 (1937)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondedjuuke (Hoensbroek, ... ), piepeltje: pieëpelke (Hoensbroek), strikje: sjtriksjke (Hoensbroek), sjtrikske (Hoensbroek) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) hennenvlo: eigen spellingsysteem Additie bij vraag 21 e.v.: kippenvlooien verblijven niet op mensen  hínnevluue (Hoensbroek), hondsvlo: eigen spellingsysteem Addie bij vraag 21 e.v.: hondevlooien  hönsvluue (Hoensbroek), mensenvlo: een miensjevlōēë (Hoensbroek), eigen spellingsysteem  miensjevloeë (Hoensbroek), vlo: een vlōēë (Hoensbroek), vlōēë (Hoensbroek), eigen spellingsysteem  vloe (Hoensbroek, ... ), vloeë (Hoensbroek), WLD  vloeë (Hoensbroek, ... ) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo [N 26 (1964)] || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vloen: vlūūë (Hoensbroek), vlu: eigen spellingsysteem  vluu (Hoensbroek), vlun: de vlūūë (Hoensbroek), eigen spellingsysteem  vluue (Hoensbroek), WLD  vluuë (Hoensbroek) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2