e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Hoensbroek) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
waaienx het is winderig: het is winkerig (Hoensbroek), jagen: jieègt (Hoensbroek), waaien: wajje (Hoensbroek), weije (Hoensbroek), wɛjə (Hoensbroek) waaien [N 22 (1963)], [ZND A2 (1940sq)] III-4-4
waaks waaks: waaks (Hoensbroek) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarde van 6 stuiver krentje: krentje (Hoensbroek) waarde van 6 stuiver [een schilling?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarderen op prijs stellen: op pries stelle (Hoensbroek) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4
waarschuwen schelden: schelden  sjelle (Hoensbroek) het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] III-4-1
waarschuwing waarschuwing: waarschuwing (Hoensbroek) het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] III-3-1
wacht wacht: wacht (Hoensbroek) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: waken (Hoensbroek) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
waden baden: bade (Hoensbroek), baden (Hoensbroek, ... ), planzen: plansje (Hoensbroek) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2