e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wenkbrauw oogbrauw: ougbraoə (Hoensbroek) wenkbrauw [DC 01 (1931)] III-1-1
wereldgeestelijke weltgeestelijke: weltgeestelike (Hoensbroek), wereldlijke geestelijke: weireldlijke gisselijk (Hoensbroek) Een wereldgeestelijke, priester van een bisdom. [N 96D (1989)] III-3-3
werk (zn) werk: werrek (Hoensbroek) werk; ben je klaar met je -? [DC 03 (1934)] III-3-1
werk (zn.) werk: werk (Hoensbroek) werk (zn.): (Ik gebruik de auto niet veel). Ik voel me het lekkerste als ik geregeld naar mijn - loop. [DC 39 (1965)] III-3-1
werkdag werkdag: werdes klijer (Hoensbroek), werdeskleijer (Hoensbroek), werdesklèjer (Hoensbroek) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-3-1
werken werken: werke (Hoensbroek), werken (Hoensbroek), wirke (Hoensbroek), wirken (Hoensbroek), wɛrəkə (Hoensbroek) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] || werken [RND] III-3-1
werklustig dapper: dapper zien (Hoensbroek) niet bang voor moeite [moedig, dapper] [N 85 (1981)] III-1-4
werkschoen werkschoen: wirk-sjoon (Hoensbroek), wirksjoon (Hoensbroek) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
werpen van jongen jongelen: jungele (Hoensbroek), jongen: jònge (Hoensbroek) Hoe noemt u een jong ter wereld brengen (jongen, moederen) [N 83 (1981)] III-4-2
werveluitsteeksels losmaken rug kerven: røk kɛrvǝn (Hoensbroek), spieën losmaken: špīǝn lǫsmākǝ (Hoensbroek) De werveluitsteeksels losmaken om de ribben dikker te laten lijken. [N 28, 92] II-1