e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zorgen voor bezorgd zijn: bezörg zien (Hoensbroek) toezien en moeite doen dat iets uitgevoerd of onderhouden wordt [gadeslaan, bezorgzaam zijn, bekommerd zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
zout zout: zaut (Hoensbroek) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten kuimen: kúúmen (Hoensbroek), zuchten: zuchte (Hoensbroek, ... ) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuigen: zuuge (Hoensbroek), zuiken: sōēke (Hoensbroek), zōēke (Hoensbroek) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuigfles stop: ??; cynisch bedoeld?; een "stop"erop zetten om het te laten stoppen met huilen??  stop (Hoensbroek) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig benauwd: benauwd (Hoensbroek), zuinig: zuunig (Hoensbroek, ... ) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] III-3-1
zure haring zure haring: zoore hiering (Hoensbroek) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping maagzuur: maagzuur kumt mich op (Hoensbroek), zuur: t zoer (Hoensbroek), t zoer sjtūūt mich op (Hoensbroek), zuurbranden, het -: het zōērbrenne hubbe (Hoensbroek), t zōērbrenne (Hoensbroek) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuster begijn: begieën (Hoensbroek), non: non (Hoensbroek), zuster: zuster (Hoensbroek), zøͅstər (Hoensbroek) Een lid van een vrouwelijke geestelijke orde, zuster, non [zuster, non, maseur, begijn]. [N 96D (1989)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] III-2-2, III-3-3
zusters penitenten grauwe begijnen: de gròw begieëne (Hoensbroek), grauwe zusters: grauw zeuster (Hoensbroek) De Zusters Penitenten [graw begiêne]. [N 96D (1989)] III-3-3