e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

Gevonden: 4563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten schudden schudden: schudden (Hoensbroek) Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kaarten steken steken: steken (Hoensbroek) De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)] III-3-2
de kerkgang maken de kerkgang doen: kirkgank doeë (Hoensbroek) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang uitzegenen uitzegenen: oeëtzeëgene (Hoensbroek) Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kruisweg bidden de kruisweg beden: zich d`r kruutsweeëg beëne (Hoensbroek) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de merrie dekken dekken: dɛkǝ (Hoensbroek), winnen: wenǝ (Hoensbroek  [(winnen: bevruchten)]  ) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig leeg: lē̜x (Hoensbroek), niet vol: nēt ˲vǫl (Hoensbroek) [N 8, 48 en 49] I-9
de mis dienen de mis dienen: mès deene (Hoensbroek) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen de mis doen: de mès doeë (Hoensbroek), de mis lezen: de mès leëze (Hoensbroek) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis plechtig doen (de plechtige mis doen) een plechtige mis doen: een plechtige mès doeë (Hoensbroek) De mis plechtig opdragen, celebreren. [N 96B (1989)] III-3-3