e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vinger vinger: viiŋər (Hoepertingen), ənə vīŋər (Hoepertingen) een vinger [znd A1 (1940sq)] || vinger [RND] III-1-1
vingerhoed vingerhoed: veŋǝrhūwt (Hoepertingen) Dopje of hoedje van harde stof, bijv. metaal, dat men bij het naaien over de top van een vinger zet om die te beschermen en aan de naald kracht bij te zetten. De vingerhoed is van boven dicht, dit in tegenstelling tot de naairing. Zie afb. 13. [N 59, 14; N 62, 67a; Gi 1.IV, 61; MW; monogr.] II-7
viool viool: viool (Hoepertingen) het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp] [N 112 (2006)] III-3-2
viooltje flet: flet (Hoepertingen) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
visaas worm: wørəm (Hoepertingen) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2
vishengel vislijn: veeslijn (Hoepertingen) het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede] [N 112 (2006)] III-3-2
visvangst vangst: vangst (Hoepertingen) alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel] [N 112 (2006)] III-3-2
vlaams vlaams: ijə kan vloms klappe (Hoepertingen), vloms (Hoepertingen) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1
vlaamse gaai blauwe hanno: blauwen henno (Hoepertingen, ... ) vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlas hagen hagen: hǭǝgǝ (Hoepertingen) Het op rijen zetten van vlas. In de twee Leuvense vragenlijsten is gevraagd naar het "hagen" van vlas of stenen (voor dit laatste zie aflevering II.8, lemma Hagen); wanneer is aangegeven dat de opgave op stenen betrekking heeft, is deze hier weggelaten. [L 1, a-m; L 26, 10] I-5